Wabo/Omgevingswet, pag. 14 | home terug naar pag. 13 | naar pag. 15 |
niet tijdig op het bezwaar wordt beslist, echter alleen nadat twee weken zijn verstreken na de dag waarop de gemeente de ingebrekestelling als bedoeld in art. 4:17 lid 3 Awb heeft ontvangen. Zie hiervoor pag. 9. Een ingebrekestelling kan worden verstuurd als de termijn voor het geven van de beslissing op het bezwaar is verstreken. Een ingebrekestelling die te vroeg is verstuurd, heeft geen effect, zie ABRvS 5 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY5117. Maar als de gemeente de ingebrekestelling blijkens de daarop geplaatste stempel heeft ontvangen als de termijn reeds is verstreken, maakt het niet uit dat de ingebrekestelling een dag te vroeg is verzonden. Zie ABRvS 30 januari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BY9944. Het is soms niet duidelijk of de gemeente een bezwaarschriftencommissie zal inschakelen. Dan rijst de vraag of de gemeente al in gebreke is wanneer zes weken zijn verstreken vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. De rechter bekijkt in dat geval of het te verwachten valt dat een bezwaarschriftencommissie met de behandeling van het bezwaar wordt belast. Als dat te verwachten valt, wordt ervan uit gegaan dat het bestuurorgaan pas in gebreke is wanneer twaalf weken zijn verstreken, zie Vz ABRvS 21 november 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY4354. De behandeling van het bezwaar en de daarop volgende procedure bij de rechtbank mag in totaal niet meer dan twee jaar duren. Zie ABRvS 4 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4040. |
  | Verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn De bezwaartermijn tegen een omgevingsvergunning die is voorbereid met de reguliere procedure gaat al lopen na de dag van verzending van de vergunning aan de aanvrager. Zie art. 6:8 Awb: de termijn voor het indienen van bezwaar vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. De bekendmaking van een omgevingsvergunning behoort plaats te vinden door toezending of uitreiking aan de aanvrager en eventuele andere belanghebbenden (art. 3:41 lid 1 Awb). Met de andere belanghebbenden zijn niet bedoeld omwonenden. Deze moeten dus goed de bekendmakingen in de gaten houden. De gemeente is niet verplicht bij de kennisgeving van de vergunning in een huis-aan-huisblad of op internet te vermelden wanneer het besluit is bekend gemaakt. Dit is wel aan te raden, aangezien anders niet duidelijk is wanneer de bezwaartermijn is begonnen. Een termijnoverschrijding kan verschoonbaar zijn door het ontbreken van de datum van verzending in het huis-aan-huisblad of op internet. Zeker is dit het geval als een verkeerde, latere datum is vermeld en de belanghebbende van die datum is uitgegaan, zie ABRvS 8 augustus 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2093, Gst. 2013/120 m.nt. L.J. Gerritsen en T.E.P.A. Lam. Deze uitspraak is alleen gepubliceerd in de Gemeentestem. Zie echter ABRvS 14 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1715, AB 2014, 243 m.nt. L.J.A. Damen, waar het ontbreken van de datum van verzending in de kennisgeving niet tot verschoonbare termijnoverschrijding leidde. Ook het feit dat het besluit ter inzage lag tot zes dagen na de bezwaartermijn, kon appellanten in die zaak niet helpen. De Afdeling overwoog dat geen wettelijk voorschrift zich er tegen verzet dat de door het college geboden termijn van terinzagelegging van het besluit niet overeenkomt met de in art. 6:7 Awb neergelegde bezwaartermijn. Er kan wel twee weken voorbij gaan voordat kennis wordt gegeven van de vergunning in een huis-aan-huisblad of op internet. De bezwaartermijn voor omwonenden wordt daardoor verkort tot vier weken. Hier is niet veel tegen te doen. Volgens vaste rechtspraak dient degene die te laat bekend wordt met een besluit, zo spoedig als redelijkerwijs |