Wabo/Omgevingswet, pag. 12 home             terug naar pag. 11 naar pag. 13                                   

Indiening van een bezwaarschrift per e-mail

Een bezwaarschrift kan niet altijd per e-mail worden ingediend. Dit is alleen mogelijk voor zover de gemeente kenbaar heeft gemaakt dat deze weg is geopend (art. 2:15 lid 1 Awb). Zie hierover pag. 6 van deze handleiding. Als de elektronische weg niet is opengesteld, moet de gemeente na ontvangst van een e-mail waarmee wordt beoogd bezwaar te maken, de indiener wel een herstelmogelijkheid als bedoeld in art. 6:6 aanhef en onder b Awb bieden door aan te geven dat alsnog binnen een bepaalde termijn een (ondertekende) schriftelijke (papieren) versie van het bezwaarschrift kan worden ingediend. Dit kan zijn na het verstrijken van de bezwaartermijn; de datum waarop de e-mail is binnengekomen, is beslissend voor het antwoord op de vraag of het bezwaarschrift tijdig is ingediend. De herstelmogelijkheid dient te worden geboden indien uit het e-mailbericht valt af te leiden dat daarmee beoogd wordt bezwaar te maken en het is verzonden naar het officiële e-mailadres van het desbetreffende overheidslichaam of van de ambtelijke dienst die het aangaat, dan wel naar het zakelijke e-mailadres van een ambtenaar, met wie de indiener zodanig contact over de zaak heeft gehad, dat hij ervan mocht uitgaan dat het e-mailbericht met het bezwaar ook naar die ambtenaar mocht worden gestuurd. Als deze ambtenaar de ontvangst van het e-mailbericht bevestigt en daarin vermeldt dat het bericht wordt doorgestuurd naar de afdeling Juridische Zaken, staat vast dat de indiener een herstelmogelijkheid moet worden geboden. Zie ABRvS 29 augustus 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX5972, JB 2012, 229 m.nt. G. Overkleeft-Verburg. De vraag is vervolgens wat geldt als onder een besluit uitdrukkelijk is vermeld dat bezwaar niet per e-mail kan worden ingediend, maar wel per fax. Overkleeft-Verburg meent in haar noot dat de Afdeling als hoogste bestuursrechter daaraan geen boodschap heeft. Er zal ook dan een herstelmogelijkheid moeten worden geboden. De conclusie is dat een bezwaarschrift altijd per e-mail kan worden ingediend. De eerste zin van deze paragraaf is dus eigenlijk onjuist.

 

Door de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, die naar verwachting op 1 januari 2026 in werking treedt, zal de Awb gewijzigd worden zodat een bezwaarschrift bijna altijd gewoon per e-mail kan worden ingediend, dus zonder dat er vervolgens een herstelmogelijkheid moet worden geboden. Art. 2:15 lid 1 Awb zal een andere inhoud krijgen en bepalen wanneer een bestuursorgaan elektronisch verschafte gegevens en bescheiden mag weigeren. De kernbepaling wordt het nieuwe art. 2:13 Awb waarvan lid 1 als volgt zal luiden: “Een ieder kan een bericht dat deel uitmaakt van een procedure over een besluit of een klacht of een ander krachtens wettelijk voorschrift voorgeschreven bericht elektronisch aan een bestuursorgaan zenden.” Onder een bericht dat deel uitmaakt van een procedure over een besluit wordt ook een bezwaarschrift verstaan.

Indiening van een verzoek om voorlopige voorziening

Een omgevingsvergunning voor de activiteit vellen trad onder het regime van de Wabo meestal pas in werking als de bezwaartermijn van zes weken na de verzending van het besluit aan de aanvrager was verstreken. Het was dus niet nodig om direct een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. Onder de Omgevingswet treedt de vergunning al na vier weken in werking en heb je dus niet meer zes weken de tijd om een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De bezwaartermijn is wel nog steeds zes weken. Zie hierover pag. 3. Aan te raden is om aan de vergunninghouder te vragen of hij wil bevestigen dat hij niet met kappen zal beginnen totdat op het bezwaar is beslist. Zie Rb. Arnhem 18 maart 2011, ECLI:NL:RBARN:2011:BP9265. De verzoekers in die zaak hadden direct een voorlopige voorziening gevraagd en het verzoek weer ingetrokken nadat de gemeente had toegezegd dat nog geen gebruik van de vergunning zou worden gemaakt. Dit had volgens de rechtbank voor verzoekers al duidelijk moeten zijn toen zij het verzoek indienden. Zij kregen daarom geen kostenvergoeding. Wel kregen zij van de rechtbank het griffierecht terug.